Babyritme
Een duidelijk ritme biedt je baby rust en regelmaat, en draagt bij aan zijn gezonde ontwikkeling en welzijn.
Door jouw voorspelbaar en herkenbaar gedrag, voelt je baby zich veilig en geborgen. En dat zorgt voor een ontspannen baby.
Hoe zorg je voor een goed ritme dat bij jouw baby past?
Een dagritme gaat over de balans tussen slapen, eten en verzorgen. Als ouders neem je hier de leiding in en breng je structuur aan in de dag voor je baby.
Vooral in de eerste weken heeft het voedingsschema van je baby een grote invloed op het dagritme. Het lijkt hierdoor heel onregelmatig en onvoorspelbaar en toch kun jij als ouder daarin vanaf dag één structuur aanbrengen.
Dat betekent dat je je baby voedt als hij honger heeft, verschoont als het nodig is en in bed legt als hij moe is. En dat je deze handelingen steeds hetzelfde doet. Benoem altijd wat je doet, zo leert je baby wat de bedoeling is.
En soms loopt alles anders, niks aan de hand, pak gewoon je ritme en jullie rituelen weer op.
Wat helpt om in een ritme te komen?
Herken de signalen van je baby:
Honger: Zoeken naar de borst, smakkende bewegingen met de mond en jengelen/ huilen.
Vermoeidheid: Gapen, wrijven in de ogen, overstrekken, oogcontact vermijden, rode oortjes, jengelen, vuistjes maken.
Overprikkeld: Onrustig, jengelen, huilen, krijsen, trappelen.
Creëer een rustige omgeving:
Speelgoed afwisselen i.p.v. een box vol, 3 speeltjes is voldoende.
Beperk omgevingsgeluiden.
Voedingsmomenten:
Voeding on demand prima, en een beetje sturen mag best.
Zorg voor een rustige omgeving tijdens het voeden.
Geef je baby voldoende tijd om te drinken en ook niet te lang, 20 tot 30 minuten is voldoende.
Slaapjes overdag:
Volg de vermoeidheidssignalen van je baby.
Na een voeding even knuffelen, verschonen en weer naar bed.
Laat je baby niet te lang wakker na de voeding, zo voorkom je dat je baby oververmoeid raakt en daardoor dus minder goed slaapt.
Bedtijdritueel:
Gebruik elk slaapmoment hetzelfde bedtijdritueel.
Zorg voor een comfortabele temperatuur in de slaapkamer. (18 graden)
Vermijd fel licht voor het slapen gaan.
Wakker in bed leggen:
Leg je baby wakker in bed, zo leer je hem om zelf in slaap te vallen.
Als hij onrustig is of huilt, blijf in de buurt en stel gerust met je stem. Laat hem in zijn bedje liggen.
Soms kan een inbaker-slaapzakje helpen om een onrustig bewegende baby te laten slapen.
Rust en regelmaat:
Herhaal dezelfde handelingen op dezelfde momenten. Zo wordt je baby vertrouwd met de routine van de dag en voelt hij zich veilig.
Als je zelf rustig en ontspannen bent heeft dat een positieve invloed op je baby.
Voorspelbaarheid en de structuur van de dag zorgen ervoor dat je baby kan ontspannen.
Maak duidelijk onderscheid tussen dag en nacht:
Overdag meer prikkels, 's nachts rust en donker.
Overdag de gordijnen in de slaapkamer open, ‘s avonds dicht.
‘s Nachts niet knuffelen na de voeding en niet verschonen als het niet nodig is.
Wees flexibel, maar consequent:
Pas je schema aan als het nodig is, bijvoorbeeld bij ziekte of een uitje.
Probeer zoveel mogelijk je voorspelbaarheid aan te houden, zodat je baby weet wat hij kan verwachten.
Het ritme van je baby verandert natuurlijk ook gedurende die eerste weken. Het is de kunst om mee te bewegen en toch de leiding te nemen.
Rust en regelmaat geeft uiteindelijk toch het beste resultaat.