Survivaltips voor de eerste 100 dagen
Zoals verwacht loopt alles anders. Niets bereidt je voor op het leven dat er is ná de bevalling. Er wordt een baby geboren maar ook een moeder, vader én een gezin.
Het nieuwe ritme en regelmaat
Klinkt afgezaagd, maar een baby gedijt heel goed op voorspelbaarheid. Zeg wat je doet en doe wat je zegt, vanaf dag één.
Middagdutje
Haal je slaapschuld in. Zolang je baby nog een nachtvoeding krijgt is een middagdutje voor jou noodzakelijk.
Wie doet wat?
Maak afspraken met je partner wat die kan doen om jou te ontlasten. En accepteer hulp van je omgeving. Iedereen is bereid om te helpen, geef niet je baby uit handen, maar geef taakjes en klusjes uit handen. Een keer niet zelf koken is zó fijn!
Slapen
Elke baby wordt met een eigen temperament geboren, maar het slaapgedrag kun je wel een beetje sturen. Bijvoorbeeld door een duidelijk bedritueel te hanteren. Elke keer opnieuw. Dat schept duidelijkheid en vertrouwen waardoor je baby weet wat er komt en volledig kan ontspannen in de situatie.
Vermoeidheidssignalen herkennen: een overprikkelde baby slaapt moeilijk in en korter. Door je baby op het juiste moment in bed te leggen voorkom je dat hij té moe is om goed te slapen of te overstuur om te ontspannen.
Slaapcycli: belangrijk voor een goed slaapritme is het herkennen van de verschillende slaapcycli van je baby, nl iedere slaapcyclus bestaat uit twee fasen: Een actieve slaap en een stille slaap.
In de actieve slaap is je baby nog onrustig, beweegt nog, maakt geluidjes, trekt grimassen, maar is al wel in rust. In deze fase is je kindje nog heel ontvankelijk voor prikkels van buitenaf en van zichzelf. Als je je baby in deze fase bijvoorbeeld weer oppakt, of het schrikt van geluid of van zijn eigen bewegingen, is hij vaak weer meteen wakker. Aan jou om deze fase dus goed te faciliteren. In de stille slaap is je baby volledig rustig, heeft een regelmatige, diepe ademhaling en ligt stil.
Een uitgeruste baby zal ook veel beter slapen over het algemeen. Eenmaal oververmoeid wordt in slaap vallen lastig en is het terugbrengen van rust en balans belangrijk.
Huilen
Leer de verschillende huiltjes herkennen, niet ieder huiltje is honger en hoeft dus gestild te worden met voeding. Een beetje jengelen kan ook van vermoeidheid, of ongemak van een vieze luier. Een jonge baby laten huilen is nooit een goed idee. Door te reageren op huilen voorkom je dat hij zich helemaal over de flos krijst en nog maar moeilijk te troosten is. Je baby huilt ter communicatie en als hij leert dat hij op jouw zorg kan vertrouwen als het nodig is, schept dat veel vertrouwen in de wereld om hem heen, ook voor de toekomst.
Overprikkeling
Als het goed gaat met jou, gaat het goed met je baby. Onrustige moeder, onrustige baby. Je baby is heel sensibel voor jouw gemoed, de (gevoels)verbinding is nog heel intens.
Ontwikkeling van je baby gaat volautomatisch.
Vergelijk niet teveel met andere baby’s, ieder kind ontwikkelt in zijn eigen tempo. Je hoeft je baby niet te stimuleren, wel veilig faciliteren. Laat je baby in de ontwikkelingsfase waar hij thuishoort. De eerste maanden vooral plat op zijn rug, in de box, wandelwagen en bedje.